Een goede aansluiting tussen het vmbo en mbo is een verantwoordelijkheid van het onderwijs zelf. Het is echter ook bij uitstek een onderwerp dat om regionale afstemming vraagt. Het is een onderwerp waarbij er voor gemeenten meerwaarde is te behalen: samenwerking tussen vmbo, mbo en gemeenten voorkomt voortijdig schoolverlaten en te sterke onderlinge concurrentie tussen scholen. Daarnaast maakt samenwerking regionale afstemming in de planning van voorzieningen mogelijk en biedt het een kans de regionale kwaliteit van het vmbo en mbo onderwijs te vergroten.
HOE kan regionale samenwerking helpen?
Om goede aansluiting mogelijk te maken zijn twee vormen van samenwerking denkbaar.
De doorlopende leerling
De eerste mogelijkheid is die van de doorgaande schoolloopbaan van de leerling, ofwel de doorlopende leerling. Daarbij gaat het enerzijds om de voorbereiding van de leerling op de keuze voor vervolgonderwijs (loopbaanoriëntatie, meeloopdagen, oriëntatiestages). Anderzijds gaat het om een goede overgang van naar het mbo (tijdig aanmelding, gebruik overdrachtsdossiers, warme overdracht, monitoring overgang).
Doorlopende leerlijnen
Een meer intensieve vorm van samenwerking betreft doorlopende leerlijnen. Het gaat om inhoudelijke afstemming van leerinhouden, docenten, leervormen, examinering en cultuur (pedagogisch-didactische aanpak). Die inhoudelijke afstemming is voor veel betrokkenen wenselijk, maar in de praktijk lastig te realiseren. Oorzaken zijn zowel praktisch (switchende leerlingen en organiseerbaarheid), als fundamenteel: het vraagt om veel vertrouwen tussen autonome instellingen.
WAT moet er gebeuren?
Een goede aansluiting tussen vmbo en mbo is in eerste instantie een zaak van de onderwijsorganisaties zelf. Mogelijke acties om aansluiting te verbeteren zijn:
Verder zijn gemeenten vaak partner om bedrijven en instellingen zover te krijgen dat zij stageplaatsen of meeloopdagen organiseren.
Voorbeelden:
Zie voor vragen over dit onderwerp de veelgestelde vragen op deze site.
Documentatie:
Voorbeelden
Documentatie